Voorbereidende les

VoorbeeldOpdracht 1: Tekening

De kinderen worden gevraagd een tekening te maken over hun fantasie of gedachte : Waar ga je naar toe als je dood bent? Hoe ziet het er daar uit? Of is er niets, en wat gebeurt er dan? Alles is mogelijk, want niemand weet precies wat er gebeurt als je dood bent.

In de voorstelling worden er drie ‘hiernamaals’ beschreven. Lena beschrijft een hemel, waar je op je allerlekkerst ligt. Net zoals het holletje in je bed. Alle zielen, of zoiets, zweven rond als fonkelende sterretjes. Volgens haar vriendin lijkt het meer op de camping in Zuid-Frankrijk. Met luxe stacaravans, tenten, wifi en een zwembad. De derde vriendin vertelt stellig dat er helemaal niets is. Maar, je wordt opnieuw geboren.

Voorbeeldopdracht 2 : Ik ga op reis en ik neem mee…

Als er iemand overlijdt, is diegene weg, maar jouw herinneringen aan die persoon zijn er nog wel. Wat neem je met je mee als je doodgaat? Naast materiële dingen, kan je ook immateriële dingen mee nemen, zoals herinneringen en gedachtes : de geur van oma, de stoere verhalen van je vader, de kusjes van je moeder. Door het spel te spelen ‘ik ga op reis en ik neem mee..’ worden de kinderen gestimuleerd na te denken over belangrijke elementen in hun leven. In de voorstelling wordt dit spel ook gespeeld door Lena en haar vriendinnen.

Memory

In elke klas laten we een memory-spel achter met foto’s van objecten en situaties uit de voorstelling. Het memory spel is een hulpmiddel voor de docent om het project nog een staartje te kunnen geven.